In Biljartcentrum De Distel te Roosendaal staan maar liefst tien biljarttafels. “Daar kan ik niet de kost mee verdienen”, zegt Richard van Merriënboer (39). “We moeten het vooral hebben van de pooltafels, daarvan zijn er zestien.”
Zijn inmiddels overleden vader had een onderneming op het vlak van cv-ketels en aanverwante zaken. Richard wist op jonge leeftijd al dat hij ook op eigen benen wilde staan. Hij had zichzelf ten doel gesteld om voor zijn vijftigste drie bedrijven onder zijn hoede te hebben. Hij is aardig op weg: behalve Biljartcentrum De Distel B.V. staat ook De Distel Biljarts BV achter zijn naam.
Dat hij onderneemt in verschillende aspecten van de biljartsport, daar heeft toeval ook een handje bij geholpen. “Toen ik een jaar of vijftien was, ben ik fanatiek libre gaan spelen. Hier, in De Distel. Twee jaar later vroeg de eigenaar, de familie Broos, of ik bij hen wilde komen werken. Ze hadden namelijk een partycentrum overgenomen, konden parttime – ik zat nog op school – iemand achter de bar gebruiken.”
Nooit gedacht in horeca aan de slag te gaan, daarna de studie erop aangepast: horecaondernemer en management. In Roosendaal stage gelopen bij Werner Broos, die de zaak van zijn ouders had overgenomen. Werner had het partycentrum in 2002 aan de kant gedaan, de locatie veranderd in een biljartcentrum. Voor de liefhebbers van de drie ballen, voor de snookeraars, de poolers en de darters.
Na drie jaar begon het toch te kriebelen. “Ik wilde niet altijd achter de toog blijven staan. In 2009 had Broos biljartfirma Broeders uit Oosterhout overgenomen en de zaak verhuisd naar Roosendaal. Vanaf 2010 ben ik in die onderneming gaan werken. Dus ben ik biljarttafels gaan plaatsen en lakens gaan leggen.” De naam veranderde in De Distel Biljarts BV. De eerste stap als zelfstandige werd in deze zaak gezet: Richard kocht zich twee jaar later in.
In 2017 besloot Werner het roer helemaal om te gooien. Of Richard het biljartcentrum wilde overnemen? “Daar had ik altijd al op geaasd. Want de zaak draaide goed. En dan vooral door de recreatieve (pool)biljarters. Die maken er een echt uitje van. Ik vind het ook heel knap dat een biljartcentrum dat zich volledig richt op competitieve biljarters, daar de kost mee kan verdienen. Recreatieve zijn financieel interessanter.”
De overname – goodwill en inventaris – was nog wel een uitdaging om dat financieel rond te breien. “Dat was toch een behoorlijk bedrag. Met de bank gepraat, die stond er niet onwelwillend tegenover: de zaak had een goede naam. Maar die wilde niet alles financieren. Dus ben ik een crowdfund begonnen. En dat werkte. Veel klanten hebben erin geïnvesteerd. Dan heb je kennelijk behoorlijk wat krediet opgebouwd.”
Op 1 april 2018 mocht hij zich ook eigenaar noemen van Biljartcentrum De Distel, dat door ongeveer vijftien medewerkers, waarvan twee bedrijfsleiders wordt gerund. Er worden allerlei toernooien georganiseerd. “Zo hebben we vaak NK pool of de kwalificatie hiervan. Dit wordt georganiseerd door de bond. Hier hebben we geen omkijken naar. Mocht je een biljarttoernooi willen organiseren, vanuit de zaak of de bond, dan heb je al vrijwilligers nodig die dit oppakken, anders word het lastig organiseren”.
Richard heeft zijn eigen stempel op Biljartcentrum De Distel – destijds vernoemd naar de distels die er op een braakliggend terrein achter het gebouw groeiden – kunnen drukken. Zo kwamen er drie bowlingbanen. “Maar het belangrijkste is de sfeer die er heerst. Het voelt als een huiskamer, we kennen onze vaste gasten allemaal bij naam.”
Het kost heel veel energie: biljarts plaatsen, lakens leggen, het runnen van het biljartcentrum, al nemen zijn bedrijfsleider veel werk uit handen. Zeker in de weekenden is het volle bak gáán.
Foto: De Distel